Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want [16]voor die dagen [17]kwam des mensen loon te niet, en het loon [18]van het vee [19]was geen; en [20]de uitgaande en de inkomende hadden geen vrede [21]vanwege den vijand, want [22]Ik zond alle mensen, een iegelijk tegen zijn naaste. 16. Te weten, in welke nu niet voortgevaren is met den bouw des tempels. 17. Naar de Hebr. letter, was het loon des mensen niet. De zin is: Gelijk gijlieden traag en spaarzaam waart in het opbouwen van den tempel, alzo was ook de Heere traag en spaarzaam in ulieden zijnen zegen te geven, maat alle ding was duur, en gij werdt van uwe vijanden jammerlijk geplaagd. Ja het was al tevergeefs wat gijlieden bij de hand naamt, God vervloekte al uwen arbeid. Zie Hag.1:6,10, en Hag.2:16,17. 18. Of, van het dier; te weten van het lastdragende vee, of dier, als daar zijn paarden, kemels, ezels, ossen, enz. De mensen verdienden geen geld daarmede, daar was niets te doen. 19. Dat is, al hun arbeid was tevergeefs, het land droeg gene vruchten, ofschoon het bearbeid en bebouwd werd. 20. Dat is, niemand mocht of kon met vrede uit of in Jeruzalem komen; de lopende en stropende soldaten, ja zelfs enige uwer vijanden, die ulieden uwe welvaart misgunden en niet gaarne zagen dat Jeruzalem weder opgebouwd werd, deden ulieden allen hinder en schade, waar zij konden of mochten. Verg. hiermede de dreigementen Gods, Deut.28:16,19; 2 Kron.15:5. 21. Of, vanwege de benauwing. Het Hebr. woord betekent een vijand en een vijandelijke benauwing. 22. De zin is: Ik beschikte door mijn rechtvaardig oordeel dat de mensen elkander vervolgden en verdierven; ja Ik zond hen tegen elkander aan. De Heere gebruikt dikwijls kwade instrumenten om zijn goede voornemen uit te voeren. Zie Joel 2:25.